Is een ‘voorwaardelijk’ gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig? Recent oordeelde de kantonrechter hierover.
De feiten
Een werknemer bedreigt een collega met de dood. De werknemer had al eerder waarschuwingen gekregen voor dit onacceptabel gedrag. Desondanks bedreigt de werknemer een collega weer op 3 februari 2021. De werkgever ontslaat de werknemer op staande voet op 4 februari 2021. In de ontslagbrief van 4 februari 2021 wordt de dringende reden van ontslag medegedeeld. De werkgever legt ook een alternatief voor. De werknemer kan tot 8 februari een vaststellingsovereenkomst aangaan. Het aanbod van de werkgever vervalt na deze datum. Als het aanbod niet wordt geaccepteerd, wordt de arbeidsovereenkomst beëindigd beschouwd op grond van het ontslag op staande voet.
De werknemer accepteert het aanbod niet. De werknemer stapt naar de kantonrechter. Er wordt aangevoerd dat het ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven.
Oordeel kantonrechter over ‘voorwaardelijk’ gegeven ontslag op staande voet (ECLI:NL:RBNHO:2022:1451)
De kantonrechter oordeelt dat de werkgever in dit geval ‘voorwaardelijk’ ontslag kon geven. Dit ‘voorwaardelijk’ ontslag voldoet aan de eisen die daaraan zijn gesteld in de rechtspraak. Een ontslag op staande voet kan nog onverwijld zijn gegeven in het geval de werkgever direct aan de werknemer mededeling doet van het voornemen tot ontslag en de dringende reden. En daarbij een voorstel doet tot op ontslag op eigen verzoek (of een beëindigingsovereenkomst) en die werknemer een korte termijn laat voor beraad over dit voorstel (HR 4 november 1983, ECLI:NL:HR:1983:AG4680). De gedachte hierachter is dat daarmee de mogelijkheden voor het vinden van een andere, meer bevredigende oplossing dan ontslag op staande voet wordt vergroot.
Dit ‘voorwaardelijk’ ontslag voldoet aan de voorwaarden van genoemde rechtspraak. De werkgever heeft een korte termijn gegeven voor beraad over het aanbod van de werkgever. De werknemer is gedurende die termijn geschorst of op non-actief gesteld. Ook is medegedeeld dat het ontslag op staande voet na afloop van de termijn direct ingaat.
In dit geval is het ontslag op staande voet onverwijld gegeven.
Afsluitend
Een ‘voorwaardelijk’ ontslag op staande voet onder gelijktijdige aanbieding van een vaststellingsovereenkomst werd in deze casus geldig geoordeeld. De rechtspraak stelt hieraan wel strikte eisen. Het is van belang dat de ontslagbrief en de ‘voorwaarde’ correct zijn geformuleerd. De werknemer mag tijdens de korte termijn voor beraad niet werken.
Heeft u een hierover vragen? Neem contact op voor nader advies!